De Keieschiéters en hun naam

Waarom heten wij Keieschiéters ?

Het woord Kei komt in opmerkelijk veel bijnamen van plaatsen voor. Door lokale carnavalsverenigingen/vastenaovesgezelschappen werd deze naam dan ook vaak overgenomen.
Voorkomende namen: Keienland (Liessel), Keiegat (Waalre), Keistad (Lichtenvoorde),
Keijebijterstad (Helmond), Keieschietersriek (Arcen), Keienburg (Bergen op Zoom),
Keiepellersdurp (Helvoirt).
In Noord Limburg zijn meerdere carnavalsgezelschappen die zich de Keieschiéters noemen.

Als beschreven in een eerder boek van Theo Fransen en Gerrit Gommans geldt de Kei als het symbool van de dwaasheid.
Een oud woordenboek geeft in de nadere uitleg m.b.t. het woord Keienburg (gekkenburg) aan,
dat hierin het woord “kei” niets met rotsblokken of stenen, maar met “nar” of “zo” te maken had.
Het woord gaat terug op Keye, de naam van een van de ridders van de Ronde Tafel van de legendarische koning Arthur. Deze Keye hield het midden tussen een held en een clown,
Zo ontstond er een woord dat “Nar” betekende en dit sluit weer precies aan bij het carnavalsritueel, want carnaval is het feest der zotten bij uitstek.

De volksverbeelding ging later echter verband leggen met de keie-stenen uit de ijstijd en er ontstonden uitdrukkingen als “een kei in het hoofd hebben”, oftewel niet goed bij je verstand zijn. Men dacht dat zo’n gestoord persoon een steen in zijn hoofd had en zich door de chirur-gijn kon laten behandelen. Die moest “de kei snijden” of de “kei trekken”.

Een andere onjuiste verklaring had men in de Keiebijtersstad Helmond; Helmondenaren waren armoedzaaiers en beten op steentjes om de honger te verdrijven. Een andere verklaring;
plattelanders rond Helmond waren afgunstig op de verharde straten in Helmond.

Ook bij Keiepellersdorp Helvoirt zou zoiets gespeeld hebben. De omliggende dorpen waren
afgunstig op de met keien verharde straatjes in Helvoirt. Keienpeller betekent hetzelfde als Keieschijter oftewel Keieschieter.

Tot zelfs in het Groot Schimpnamenboek van Dirk van der Heide in 1998 wordt gedacht dat de carnavallistische naam “Keieschietersriek” voor Arcen afgeleid is van een nabij gelegen grindgroeve waar dikwijls grote keien worden aangetroffen.

Wij Arcenaren werden echter in het verre verleden reeds Keischieters genoemd. Oudere Arcenaren weten dan ook dat zij altijd al als Keieschiéters betiteld werden.
Zo noemden ze de inwoners van b.v. Lomm “Pezerikke”, van Velden “Kiésköp” en van Lottum “die van de Peg”.
Vóór dat in oktober 1952 de karnavalsvereniging de Keieschiéters officieel werd opgericht was het daarmee doende comité al enkele jaren actief met het organiseren van een zitting en bals. Deze activiteiten werd muzikaal ondersteund door een gezelschap van 10 personen, gerecruteerd uit de harmonie, dat zich gebaseerd op de oude bijnaam voor Arcenaren, reeds “de Keieschiéters” noemde.

Nagegaan kan worden dat bijna honderd jaar vóór de oprichtingsdatum van onze huidige Karnavalsvereniging de Keieschiéters, in Arcen met vastenavond reeds activiteiten werden georganiseerd.

Een advertentie in het Venloosch Dagblad (zie onderaan deze pagina) spreekt over de opvoering van het blijspel “De Wildeman” door de Arcensche jongelingschaar, maandag 27 februari 1865 op de Markt
in Arcen. Op dinsdag de 28e werd het blijspel “Markt in Schwarzwald” opgevoerd.
In 1880 trekt op 10 februari al een optocht door het dorp georganiseerd door “de Commissie” en vindt na afloop een toneelvoorstelling op de markt plaats.
Door dezelfde commissie georganiseerd komen we in 1885 weer uitgebreidere activiteiten tegen, met in de optocht vertegenwoordigd de “vereenigde Vastenavondclub”, de Harmonie en de Schutterij.
De groei en bloei zit er in, want in 1886 zijn de activiteiten nog omvangrijker, n.l. van het losbranden van het zwaar geschut ’s morgens om 5 uur, tot en met verdrinken van de overgebleven grosschen na het vuurwerk ’s avonds om 8 uur. De optocht ’s middags kent 22 nummers, waaronder de wagen van de Voorrijder (ceremoniemeester), van Prins Carnaval met zijn gevolg en van de Raadsheren.
Nummer 13 in de optocht was de groep “Het wapen van Arcen”, georganiseerd door chef
Keijeschiéterjanus.

Tussen Maastricht (Tempeleers) en Venlo (Jocus) wordt gestreden wie zich het oudste vastenaovesgezelschap mag noemen. Voorlopig kan geconcludeerd dat midden 1800 en waarschijnlijk al eerder ook Arcen besmet was met de zotheid van vastenaovend. Vast staat dat rond 1880 een comité of commissie zich in Arcen actief met het organiseren van karnavalsactiviteiten bezig hield en dat dit tussen 1880 en 1885 uitmondde o.a. in een “Vereenigde Vastenavondclub”. In 1886 zien we het gezelschap uitgebreid met een ceremoniemeester, een Prins met gevolg en met in de optocht een chef Keijeschieterjanus.
De tweede conclusie die dus getrokken kan worden is, dat in tegenstelling tot wat tegenwoordig veelal gedacht wordt, de naam Keiéschieters zeker niets van doen heeft met de grindgaten rond Arcen zoals die er lagen rond 1952, het oprichtingsjaar van de huidige karnavalsvereniging.

Uit welke bron de naam voor Arcen en zijn bewoners wel komt kunnen we niet zeggen.
Het meest voor de hand ligt de jaloezie van de ons omliggende plaatsen door de eeuwen heen op het toen met maaskeitjes geplaveide Arcen. Helaas zijn deze enkele tientallen jaren geleden geheel uit dorpsaanzicht verdwenen. 

Tekst: Wim Janssen
Bronnen: Gemeente Archief Venlo, Riemer Reinsma/onze taal.republisher, archief KV de Keieschiéters

Ni-je website: www.keieschieters.nl
Ni-je website: www.keieschieters.nl

Òntworpe & Aangedreeve door Web-id
Copyright © 2024 De Keieschiéters Ârce
Vragen of opmerkingen over de inhoud kunt u sturen naar webmaster@keieschieters.nl